Het Hof van Amsterdam heeft op 11 mei 2021 uitspraak gedaan of de h-grond ook een geschikte ontslaggrond is voor het ontslaan van een werknemer die een onaangename geur verspreidt. Hieronder bespreek ik deze verfrissende uitspraak.
 
Wat was er aan de hand?
Werkneemster werkt sinds 1984 bij werkgever als receptioniste/telefoniste. Vanaf 2015 komen er klachten binnen over haar manier van samenwerken en bejegening. Sinds begin 2018 wordt er ook geklaagd dat werkneemster een vieze geur verspreidt. Volgens werkneemster is dit het gevolg van een medisch probleem en is zij hiervoor onder behandeling  bij een specialist. In het kader van de klachten over het gedrag en de onaangename geur van werkneemster is in maart 2019 een verbeteringstraject gestart. Na de voortgangsgesprekken in april en mei 2019, volgt een vrijstelling van de werkzaamheden in december 2018 en wordt een vaststellingsovereenkomst aangeboden aan werkneemster. Werkneemster gaat niet akkoord met het voorstel uit de vaststellingsovereenkomst en wordt niet meer toegelaten tot haar werkzaamheden wegens de onhoudbare situatie die inmiddels is ontstaan. Werkneemster heeft op 22 januari 2020 laten weten dat zij niet akkoord gaat met de beëindiging en dat zij haar werkzaamheden wil hervatten, maar volgens werkgever is de situatie onhoudbaar geworden. Wel biedt werkgever verzuimbegeleiding aan, maar daar gaat werkneemster niet op in.
 
Hoe ging de rechter hiermee om?
De Kantonrechter heeft in eerste aanleg ontbonden op grond van de h-grond (restgrond) en heeft geoordeeld dat werkgever een transitievergoeding moet betalen aan werknemer. Tegen deze beschikking gaat de werkneemster in beroep, omdat er volgens haar ten onrechte is ontbonden op de h-grond. Naar het oordeel van het Hof heeft werkgever echter voldoende gedaan om tot een oplossing voor de geuroverlast afkomstig van de werkneemster te komen, maar is werkneemster zelf niet bereid geweest om met een bedrijfsarts naar een structurele oplossing te zoeken. Werkneemster betwist de aard en omvang van de het geurprobleem, maar uit e-mails van (onder andere) collega’s van werkneemster blijkt dat er meerdere keren is geklaagd over de geuroverlast. Het feit dat werkneemster bereid was om in een aparte kamer te werken, is volgens het Hof geen reden om de arbeidsovereenkomst te herstellen, aangezien werkneemster niet bereid en in staat was tot andere werkzaamheden en bij het werk als receptioniste ook hoort dat klanten worden ontvangen. Het Hof volgt daarmee het oordeel van de Kantonrechter om de arbeidsovereenkomst te ontbinden op de h-grond.
 
Ons advies
Een uitspraak als deze laat zien dat van werkgever wordt verwacht dat zij actief naar een oplossing probeert te zoeken als een werknemer problemen heeft met persoonlijke hygiëne. Een werknemer heeft ook een verplichting om mee te werken aan deze oplossing of moet met een werkbaar alternatief te komen. Doordat in deze zaak alle correspondentie tussen werkgever en werknemer over de functioneringsgesprekken en de klachten van andere werknemers via de mail is vastgelegd, is zowel de Kantonrechter als het Hof tot het oordeel gekomen dat de werkgever voldoende heeft gedaan om een oplossing te vinden en werkneemster dus ontslagen mag worden op de h-grond. Als werkgever is het dus belangrijk om de gemaakte afspraken met de werknemer goed vast te leggen.
 
Mocht u naar aanleiding hiervan nog vragen hebben of vragen hebben, neem dan gerust contact met ons op via: info@hrlegalvisie.nl.