Als jouw werkgever jouw loon niet doorbetaald in tijden van de coronacrisis, wat kan je dan doen?4/6/2020 Als je werkt, dan heb je recht op loonuitbetaling op het tijdstip dat je hebt afgesproken met je werkgever. Op welk tijdstip het loon wordt uitbetaald, staat meestal beschreven in de arbeidsovereenkomst of de collectieve arbeidsovereenkomst. Hierin staat de periode beschreven waarover een werkgever het loon van werknemer berekent (ook wel het loontijdvak). Na afloop van deze periode, betaalt werkgever het loon. Als dit loontijdvak korter is dan één week of langer dan één maand, dan moet toch per week of per maand worden betaald. Stel dat het loon dus per dag wordt berekend, dan krijgt werknemer het loon pas na één week. In de meeste gevallen wordt het loon voor werknemers over een periode van één maand berekend en wordt het loon aan het einde van de maand voldaan.
Binnen bepaalde grenzen is het mogelijk dat het tijdstip waarop het loon moet worden uitbetaald, wordt verlengd. Als het loon wordt berekend over een periode van één week of korter, dan mag werkgever maximaal één maand later betalen. Als het loon wordt berekend over een periode van één maand of langer, dan mag werkgever maximaal één kwartaal nadat het loontijdvak is verstreken, het loon uitbetalen. Maar wat als jouw werkgever het loon niet betaalt? Als jouw werkgever niet op tijd het loon uitbetaald, dan kun je het loon waar je recht op hebt, vorderen via een kort geding bij de kantonrechter. Dit is een spoedprocedure waarin er wordt gevraagd aan de kantonrechter om een snelle (voorlopige) beslissing. Recht op wettelijke verhoging Artikel 7:625 BW bepaalt dat je als werknemer ook aanspraak maakt op een wettelijke verhoging indien werkgever het loon niet op tijd heeft betaald. De wettelijke verhoging is bedoeld om werkgever ertoe te bewegen dat hij het loon op tijd betaalt. Het is een boete die een werkgever moet betalen vanaf de vierde werkdag dat het loon te laat is betaald. Recht op wettelijke rente Als werknemer heb je ook recht op de wettelijk rente. Deze rent kan je vorderen over het loon dat achterstallig is en over de wettelijke verhoging. Op dit moment bedraagt de wettelijke rente 2%. De wettelijke rente kan niet door een rechter worden gematigd. Je kunt de wettelijke verhoging en rente eigenlijk meer zien als een soort van compensatie voor de vertraging die je als werknemer hebt door een te late loonuitbetaling. In deze weblog wordt een zaak besproken die gaat over een loonconflict in tijden van corona. In deze weblog zal de uitspraak van de kantonrechter van 28 mei 2020 (Ktr. 28 mei 2020, ECLI:NL:RBAMS:2020:2734) worden besproken waarin werknemer vordert om een achterstallig betaling. Wat was er aan de hand in deze zaak? In deze zaak gaat het om een werkgever die een Turkse broodjeszaak in Amsterdam-Centrum heeft. Werknemer is een student in Iran en had in Nederland een studentenvisum die is verlopen op 31 mei 2020. Op 1 november 2019 is werknemer in dienst getreden. Werknemer is bij werkgever werkzaam als medewerker bediening tot 1 mei 2020. Zijn salaris bedroeg €1.653 netto per maand, inclusief vakantiegeld, bij een werkweek van gemiddeld 40 uur. Vanwege de coronamaatregelen heeft werkgever half maart zijn zaak moeten sluiten. Tot eind april is de zaak dicht geweest en sindsdien is er een beperkte take-away. Werkgever heeft van de overheid via de NOW-regeling 60% van de loonsom over de maand januari 2020 uitbetaald gekregen. Omdat werkgever in januari 2020 meerdere nieuwe werknemers heeft aangenomen, met het oog op de verwachte komst van toeristen en een dus drukkere periode, heeft werkgever besloten dat hij al zijn medewerkers voor 50% van hun salaris uitbetaalt. Dit omdat hij voor de nieuwe medewerkers geen steun heeft gekregen via de NOW-regeling en hij wegens een gebrek aan financiële middelen niet al zijn medewerkers het volledige loonbedrag kon uitbetalen. Werkgever heeft daarom besloten om iedereen gelijk te behandelen en vandaar alle medewerkers voor de helft uit te betalen. Daarnaast heeft werkgever aan werknemer gevraagd of hij vanaf half maart 2020 zijn vakantiedagen kon opnemen. Werknemer heeft geen vakantiedagen opgenomen. Tot en met februari heeft werkgever € 73,76 (netto) te weinig loon betaald. Voor het salaris over de maand maart 2020 heeft werkgever € 500,00 op 28 april 2020 en € 307,74 op 18 mei 2020 betaald. Dit komt dus neer op een bedrag van €807,74. Vanwege het achterstallige loon en het feit dat het studentenvisum van werknemer verloopt, waardoor hij op 30 mei 2020 weer naar Iran vertrekt, heeft werknemer een kort geding aangespannen bij de kantonrechter. Werknemer stelt dat het moeilijk is om geld over te maken naar Iran en dat hij er daarom er belang bij heeft dat zijn achterstallig loon nog voor zijn vertrek wordt uitbetaald. Vlak voor de zitting heeft werkgever het salaris van de maand april € 827,43 betaald aan werknemer. Na zitting heeft werknemer via een brief erkend het bedrag van € 827,43 te hebben ontvangen. Werknemer vordert In het kort geding een bedrag van € 1.744,59 aan achterstallig salaris tot en met april 2020. Werkgever heeft niet ontkend dat zij over de maand maart en april 2020 niet het volledige salaris aan werknemer heeft voldaan. Hoe oordeelde de kantonrechter? In deze zaak moest de kantonrechter oordelen tussen twee belangen. De kantonrechter oordeelde dat het enerzijds aannemelijk is dat werkgever in een bedrijfseconomische noodsituatie verkeert die niet te voorzien was door de coronacrisis waardoor werkgever een zwaarwichtig belang had om het loon gedeeltelijk te mogen uitbetalen aan zijn medewerkers. Anderzijds komt werknemer in de financiële problemen doordat hij het loon nodig heeft om in zijn levensonderhoud te kunnen voorzien. De kantonrechter heeft deze twee belangen afgewogen tegen elkaar en is tot het oordeel gekomen dat naar redelijkheid en billijkheid van werknemer niet kan worden gevraagd om meerdere maanden maar 50% van het loon uitbetaald te krijgen, mede omdat werkgever geen duidelijkheid kan geven wanneer hij dan wel weer in staat is om het achterstallig loon te betalen. Werkgever zal het achterstallig loon dan ook binnen korte tijd moeten betalen aan werknemer. Daarnaast zullen de vakantiedagen en de extra gewerkte uren als overuren aan werknemer uitbetaald moeten worden. De wettelijke verhoging is gematigd tot nihil (nul). De kantonrechter heeft hier rekening gehouden met de financiële situatie van werkgever en de belangen van de collega’s van werknemer. Uit deze uitspraak blijkt dat ook in uitzonderlijke tijden, zoals de coronacrisis, werkgever niet zomaar meerdere maanden kan besluiten om zijn medewerkers niet dan wel voor de helft uit te betalen, ondanks dat werkgever in een bedrijfseconomische noodsituatie verkeert. Heb je vragen over deze weblog? Dan kan je altijd contact met ons opnemen via [email protected].
0 Comments
|
Auteur
Kim van Berkel Archieven
June 2021
Categorieën
|